bas |
Dat betekent: laag. Het komt op drie manieren voor: - - -
|
componeren |
Muziek bedenken
|
componist |
Iemand die muziek schrijft/bedenkt.
|
compositie |
Een ander woord voor muziekstuk.
|
contrast |
Een contrast in de muziek betekent dat er plotseling iets heel anders gebeurt. Contrast betekent: tegenstelling, het omgekeerde. Een contrast ontstaat alleen maar tussen twee dingen: iets dat er al was en iets nieuws. Tussen die twee zit een flink verschil. |
couplet |
Een deel van een lied.
|
herhalen |
Iets nog een keer spelen of zingen, zonder er iets aan te veranderen.
|
instrumentaal |
Zo heet een muziekstuk(je) waarin NIET gezongen wordt. Je hoort dus alleen instrumenten, en geen stemmen.
|
keyboard |
Een elektronisch muziekinstrument. Dit is een soort synthesizer, alleen kun je hier niet zelf de geluiden maken. Je kunt alleen de fabrieksgeluiden gebruiken. In een keyboard zitten er allemaal automatische begeleidingen en ritmes. Een keyboard heeft ingebouwde speakers.
|
maat |
1: Vakje in de notenbalk. 2: Regelmatige puls/tik op het tempo van de muziek; de “tellen”van de muziek.
|
maatsoort |
De maatsoort geeft aan hoeveel tellen er in de maat zitten Vooraan de notenbalk staat bijvoorbeeld 4/4. Dat betekent dat er 4 tellen in de maat zitten en dat je dus steeds tot 4 moet tellen. ,De maatsoort is dan "vierkwartsmaat".
|
midi- |
Apparaatje waarmee je een keyboard op de computer kunt aansluiten. Verkrijgbaar in de muziekwinkel. Je kunt dan via muzieksoftware als bijvoorbeeld LOGIC FUN opnemen wat je speelt en vervolgens de noten uitprinten of verbeteren.
|
Wat je hoort als je een liedje neuriet. Combinatie van hoge en lage tonen in een logische volgorde.
| |
Een klein stukje muziek van een paar tonen dat gebruikt wordt als basis of bouwsteen voor een heel muziekstuk. Wordt vaak herhaald in een muziekstuk.
melodisch motief: zo noem je het als het motief een melodietje is. ritmisch motief: zo noem je het als het motief een ritme is.
| |
Tekens waarmee je muziek opschrijft. Aan die noten kun je twee dingen zien:
| |
5 lijntje boven elkaar, waarin je muzieknoten tekent. De onderste lijn noem je de eerste, de bovenste de 5e. Lage noten teken je laag op de notenbalk (onderaan) en hoge noten teken je hoog (bovenaan).
| |
notenwaarde |
Hoe lang of hoe kort een toon duurt. Dat geef je aan in tellen.
|
ostinaat / ostinato |
Een motief dat een langere tijd achter elkaar herhaald wordt.
|
Daarmee bedoelen we: alle noten die een instrument in een muziekstuk speelt. Zo heb je de pianopartij, de gitaarpartij, de zangpartij etc.
| |
refrein |
Een deel van een lied dat meerdere keren voorkomt en meestal letterlijk herhaald
wordt.
|
Wat je hoort als je een liedje klapt of tikt.
| |
Ander woord voor melodie. Of: stem van een mens.
| |
Een elektronisch muziekinstrument. De geluiden worden gemaakt door de elektronica in het apparaat. In een synthesizer zitten heel veel verschillende geluiden. Imitaties van echte instrumenten, maar ook gekke geluidjes. Met een synthesizer kun je zelf ook je eigen geluiden bedenken en maken. Een synthesizer heeft geen speakers. Je moet hem aansluiten op een versterker.
| |
toon of noot |
Een toon is wat je hoort, een noot is wat je ziet.
|
toonduur |
Hoe lang of hoe kort een toon duurt. Dat geef je aan in tellen.
|
toonhoogte |
Hoe hoog (of hoe laag) de toon klinkt.
|
tweestemmig |
Als er in een muziekstuk 2 verschillende melodieën die tegelijk klinken, noem je dat tweestemmig. “Stem” betekent hier: melodie.
|
variatie |
Als je iets nog een keer speelt, maar je verandert het een klein beetje, heet dat een variatie. Er mag niet te veel veranderd zijn, het moet nog wel lijken op het oorspronkelijke stukje.
|
vormschema |
Een letterschema dat de volgorde van de verschillende delen van een muziekstuk aangeeft. Delen die hetzelfde klinken, krijgen dezelfde letter. Zo kun je snel zien hoe een muziekstuk in elkaar zit.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hieronder staat een lijst met algemene muziekbegrippen.
De begrippenlijst voor het onderwerp DJ kan je vinden onder 2e klas.
Kijk bij DJ-